"Het verhaal van de wachtlijsten is complex"

Minister-President Yves Leterme


Uw vijfjarig bestaan 'viert' u niet, hebt u duidelijk laten verstaan. Dit is een 'herdenking', want het liefst zou Opvang Tekort zijn deuren kunnen sluiten. Uw vereniging heeft een doel dat eenmaal bereikt een dergelijke vereniging overbodig moet maken. Dat doel zit vervat in uw naam: het tekort aan opvang voor personen met een handicap wegwerken. De wachtlijsten zijn inderdaad een ergernis. Toen de huidige Vlaams regering aantrad, was dat ook meteen een van de problemen die ze wilde aanpakken. Het wegwerken van de wachtlijsten is een prioriteit in het Vlaamse sociale beleid, maar het is geen gemakkelijk probleem, bovendien complex.

De 'wachtlijsten' werden een begrip. Het begrip 'wachtlijsten' is niet enkel een aanklacht, met daarachter een vraag om meer hulp. Het begrip 'wachtlijsten' getuigt ook van de zorg die onze samenleving wil opnemen voor mensen die minder kansen hebben. Dat het bestaan van wachtlijsten voor opvang de mensen beroert, is een signaal dat de mensen bekommerd zijn om hun medemensen die niet zelfstandig rechtop kunnen blijven in een samenleving die het (al te zeer) van individuele zelfredzaamheid en prestatie moet hebben. Die bekommernis wil dan ook dat Vlaanderen voldoende, kwaliteitsvolle en voor alle betrokkenen toegankelijke dienstverlening wenst. Die bekommernis hebben we ook mogen ervaren naar aanleiding van de VIA-akkoorden, waarin personeel en voorzieningen zich samen achter verdere uitbreidingen hebben geschaard.

Samen met de vele voorzieningen die de druk voelen, en de andere gebruikersorganisaties heeft uw organisatie, vzw Opvang Tekort, bijgedragen tot die openheid en gevoeligheid. Vijf jaar geleden heeft u, samen met andere gebruikersorganisaties en voorzieningen front gevormd in de strijd voor uitbreiding van de dienstverlening en voor grotere zorgzekerheid.

Zoals geweten (en reeds gesteld) is deze Vlaamse regering het engagement aangegaan om de wachtlijsten weg te werken. Binnen de sector 'personen met een handicap' ging het overigens niet enkel om de dienstverlening van voorzieningen, maar ook om het persoonlijk assistentiebudget en de wachttijden voor het verkrijgen van hulpmiddelen. Zoals Minister Vervotte reeds vroeger in een interview vertelde: hier hebben wij 200 miljoen euro voor ingezet.

Overigens werd voor 2007 reeds het volledige uitbreidingsbudget voor 2007 voorzien ( dus ook reeds de opstap van 7,5 miljoen euro voor september 2007). Tegelijk doen we al sinds 2004 inspanningen om de voorzieningen tijdig te betalen. In 2007 zullen we aan de verwachtingen van de sector en de vragen van het Rekenhof in dat verband, een volledig antwoord geven. Dat zijn ook nodige éénmalige inspanningen. Ze zijn nodig om de voorzieningen correct te behandelen en hun medewerking te verdienen voor verder uitbreidingsbeleid. Wij zijn hen dankbaar voor hun inspanningen en hun vertrouwen.

Op al die terreinen werden serieuze inspanningen geleverd. Ook in de jeugdhulpverleningen, de kinderopvang en de ouderenzorg werd het aanbod uitgebreid. De begroting van Welzijn steeg van 2.183.910 euro in 2003 naar 2.924.456 euro in 2006, een stijging van driekwart miljoen euro of 30 procent.

Naast deze cijfers citeer ik graag uit het persbericht van het Vlaams Welzijnsverbond van 6 september ll., een onverdachte bron. Zij stellen dat de sector tussen 31 december 2002 en 31 december 2005 meer dan zesduizend extraplaatsen voor opvang realiseerde. Het Vlaams Welzijnsverbond baseert zich hiervoor op de cijfers van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

Niettemin blijven de cijfers op de wachtlijst groeien. Verklaring daarvoor is onder meer dat mensen uit ongerustheid zich ook preventief laten inschrijven, dat de wachtlijstwerking beter gekend en op punt gesteld is. Latente vragen komen ook naar boven . (Er werd daarstraks ook al naar verwezen) .

Het verhaal van de wachtlijsten is dus complex. Dat betekent dat de 'de wachtlijst' niet zomaar een weerspiegeling is van het tekort aan noodzakelijk aanbod. Het is niet omdat er zevenduizend mensen op een wachtlijst staan, dat men zonder meer kan zeggen dat er ook zevenduizend extra-plaatsen nodig zijn.

Wanneer de ongerustheid over voldoende of aangepast aanbod groot is, zijn mensen gemakkelijker geneigd om hun vraag tijdig (preventief) kenbaar te maken. Een klein - en mogelijk niet helemaal representatief - onderzoek in Oost-Vlaanderen leerde onder meer dat het merendeel van de personen die op de urgente wachtlijst stonden GEEN acute vraag had en bovendien om uitstel vroeg als ze verwittigd werden dat men bereid was om voor hun dossier te bemiddelen.

Hiermee wil ik NIET ZEGGEN dat geen rekening moet worden gehouden met de wachtlijsten, en zeker niet dat er niet geluisterd moet worden naar de vragen van mensen. Wat ik WEL wil zeggen is dat we moeten proberen om de zorgvragen zo adequaat mogelijk in beeld te brengen én de diverse factoren die de vraag bepalen. Dan pas slagen we erin om de nood aan aanbod correct te berekenen. En kunnen we proberen om mensen meer zorgzekerheid te geven.
Minister Vervotte heeft daartoe reeds een aanzet gegeven door te werken aan de verfijning van de centrale registratie van de zorgvragen en de invulling ervan.

Meer zorgzekerheid is ook de betrachting van het besluit zorgregie dat in maart van dit jaar werd genomen. Dit besluit introduceert de processen inzake zorgafstemming, zorgbemiddeling en zorgplanning. In mensentaal betekent dit een een specifieke cel zich buigt over de heel concrete afstemming van vraag en aanbod, ook om tot een goede programmatie van diverse hulpverleningsvormen te komen.

Zorgzekerheid wordt ook dichterbij gebracht door de voorziene regelingen inzake Urgentiecodes en Noodsituaties. Via deze weg wordt getracht om de zorgvraag objectief en 'correct' in te schatten en om absoluut dringende vragen met zekerheid tot een oplossing te brengen. Overigens, de Persoonlijke Assistentiebudgetten gingen - op grond van de ingestelde prioriteitencode - steeds naar de meest zwaarzorgbehoevenden.

De programmatie van de dienstverlening voor personen met een handicap hangt dus samen met een veelheid van factoren die toetssteen kunnen zijn: de inschrijvingen in het Vlaams Agentschap, de in- en uitstroom van voorzieningen, het aantal personen met integratietegemoetkoming, de uitstroom vanuit het buitengewoon onderwijs, de cijfers van potentiële gebruikers zoals personen die ondersteund worden vanuit de ouderenzorg of de psychiatrische hulpverlening, de noden van nieuwe groepen zorgbehoevenden zoals de personen met autisme of de mensen met een niet-aangeboren hersenletsel (zoals de slachtoffers van een verkeersongeval) …

De programmatie - of de zorgvraag - op punt stellen is echter onvoldoende: ze moet ook worden uitgevoerd, willen we aan mensen meer zorgzekerheid geven.

Creatieve oplossingen zullen nodig zijn om een zo groot mogelijke diversiteit van dienstverlening te kunnen aanbieden: zorggradatie heet dat. Door het uitsplitsen van specifieke pakketen zullen wellicht ook alternatieve zorgvormen aan de oppervlakte komen. Denken we aan volwassen pleegzorg, een zorgvorm die in buitenland wel aanslaat. Tegelijk zien we dat er geëxperimenteerd wordt met groeps-PAB, waarbij verschillende ouders het persoonlijk assistentiebudget van kinderen bij mekaar leggen, (op eigen kosten ) een huis kopen en met die PAB's de dienstverlening betalen. Vernieuwend in het gedachtegoed van vandaag, maar anderzijds heel herkenbaar. Ze doen denken aan de vele (vaak kleine maar menselijk belangrijke) diensten die op initiatief of onder impuls van ouders of betrokken vrienden en familieleden zijn ontstaan.

Creatieve oplossingen zullen er misschien ook kunnen toe bijdragen dat er een grotere synergie ontstaat tussen de verschillende beleidsniveaus in ons land, gaande van het gemeentelijke niveau (OCMW) over het provinciale en het gemeenschapsniveau tot het federale niveau: synergie en afstemming tussen de verschillende beleidsdomeinen is, zoals ook geschetst door vzw Opvang Tekort, dringend. Het subrogatiedossier - dat daarnet ook werd geschetst - is in onderzoek in het Vlaams Fonds.

Een andere 'creatieve' vorm is terug te vinden in de idee om de financiële middelen, die volgens Opvang Tekort beschikbaar zijn doordat vele ouders nu reeds voor hun kinderen een geldpotje opzij zetten, te bundelen om zo nieuwe initiatieven te kunnen oprichten of sneller ingang te doen vinden. Ik vermoed dat dan gedacht wordt aan formules zoals serviceflatinvest of aan waarborgformules voor privé-initiatieven. Vooraleer terzake experimenten durven te overwegen, moeten de kansen ernstig gewikt en gewogen worden, maar ook de belemmeringen en de hinderpalen. Het heeft geen zin een nieuw systeem op poten te zetten dat niet kan worden volgehouden.

Mirakeloplossingen bestaan niet. Oplossingen veronderstellen samenwerking en inzet van mensen en middelen. Dit geldt ook voor een Vlaamse regering die de mensen centraal stelt. Samen met de minister van Welzijn Vervotte wil ik mij mee inzetten voor de uitwerking van een goed onderbouwd tweede inhaalplan.

Ik kan U daarbij niet beloven om een éénmalige inhaaloperatie te voorzien op grond van overschotten of reserves : een éénmalige reserve kan niet gebruikt worden voor een recurrente nood. Zoals gezegd werd in deze begroting wel ineens het volledige bedrag van 22,5 mio voorzien voor de uitbreiding, ingeschreven en wordt een bijkomende inspanning geleverd om de voorzieningen tijdig te betalen.

Wel wil ik beloven om dit tweede inhaalplan mee in de Vlaamse regering te verdedigen.

Ik doe daarbij ook een appèl aan u, maar ook aan de andere gebruikersverenigingen en de vele voorzieningen die elke dag opnieuw de concrete zorg op zich nemen, om dit, in goede verstandhouding, samen voor te bereiden.

Ik besluit. Als belangenverdediger heeft Opvang Tekort een plaats veroverd in de wereld van de personen met een handicap. Met grote alertheid laat de vzw bij elke verjaring, begroting en begrotingscontrole horen dat het doel nog niet bereikt is. Als vereniging heeft Opvang Tekort een belangrijke ondersteunende functie. Bij uw vzw vinden ouders en familie steun, steun bij mekaar om dichter bij het uiteindelijke doel te komen: meer zorgzekerheid, niet enkel voor de personen met een handicap, maar ook voor ouders en familieleden.

Min.Pres. Yves Leterme, 23-11-2006.

 

Terug naar hoofdmenu